Aquincum
De Romeinse burgerstad Aquincum in Hongarije beleefde haar bloeiperiode in de 2e en 3e eeuw. Van de toenmalige beschaving en het hoge culturele niveau getuigen de op het 400 x 600 meter grote terrein verharde straten, huizen met waterleiding en riolering, mozaïekvloeren, een amfitheater en wandschilderingen.
Ook vind je hier de resten van een basiliek – zo heette bij de Romeinen het gerechtshof – een openbaar bad, een markthal en zelfs een brandweerkazerne. Het museum zelf herbergt gebruiksvoorwerpen en sieraden.
Waterorgel
De meest waardevolle vondst ligt uitgestald in Zaal 4: het waterorgel van Aelia Sabina. Het is het enige Romeinse orgel dat de tand des tijds heeft weerstaan en werd ontdekt bij Aquincum in Hongarije, in 1930. Het bestaat uit een reeks hefbomen en schuiven onder verschillende rijen bronzen pijpen. Een inscriptie op het orgel vertelt dat het werd gebruikt voor sociale gelegenheden en door een senator aan de lokale brandweer werd gegeven, in 228 voor Christus. Het bleef bewaard doordat de Romeinse brandweerkazerne afbrandde rond 250; het orgel viel in een kelder waar het al die tijd begraven bleef.
Van het bestaan van de organist van de brandweer weten we alleen doordat in dezelfde stad de sarcofaag van Aelia Sabina werd gevonden, afkomstig uit dezelfde tijd. Ze was nog maar 25 jaar toen ze stierf. Haar levenspartner, Titus Aelius Justus, eveneens een verdienstelijk organist van het legioen, liet in de sarcofaag zijn afscheidswoorden beitelen:
Onder deze steen ligt de vrome Sabina, een geliefde vrouw geleerd in de kunsten, alleen zij steeg boven haar man uit.
Haar stem was lieflijk: zachtjes tokkelde ze aan de snaren Ze speelde prachtig op het orgel in de ogen van alle mensen.
Titus Aelius Justus, officiële organist van de Tweede Reserve Legioen, Heeft dit gemaakt voor zijn vrouw.
Aquincumi Muzeum
Szentendrei ut 135, Boedapest
Maandag gesloten.